rookbeleid, speeltuin openbare ruimte

  • Ruud

    Hoe zit het eigenlijk met het rookbeleid?

    valt een clubgebouw van een speeltuin onder een openbare ruimte?

    bij ons mag er als er kinderen in de zaal zijn niet worden gerookt.

    maar als de zaal verhuurd is wel.

    hoe gaan andere verenigingen hiermee om?

    en wat is wettelijk?

  • Ermo

    In Beverwijk is er door de gemeente gesteld dat er in het gebouw niet gerookt mag worden. Ook als de speeltuin en gebouw verhuurd zijn.

    Ik heb er geen moeite mee maar ik stoor me wel als ik in het weekend op de sportverenigingen kom.

    Daar wordt gezegd op zaterdag tot 13.00 uur mag er niet gerookt worden alsof de jeugd na deze tijd niet in de kantine is en zeker ook niet op zondag. Kortom als je stelt dat er niet gerookt mag worden doe dit dan in alle gebouwen.

  • willem

    Beste Ruud

    Zie hieronder de tekst uit de tabakswet.

    Meer informatie

    http://www.rokenendewet.nl/

    http://www.recht4all.nl/wetten/w/tbksw.htm

    Willem

    Tabakswet

    De Nederlandse Tabakswet blijft de gemoederen bezighouden. De wettelijke regels zijn met ingang van dit jaar verder aangescherpt: de tabakswaren zijn duurder geworden en elke werknemer heeft het recht op een rookvrije werkplek. Dit alles heeft natuurlijk consequenties voor de activiteiten van de speeltuinverenigingen.

    De wettelijke regels

    In de informatiebrochure van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport lezen we:

    “Tabaksproducten veroorzaken grote schade aan de volksgezondheid en leiden tot hoge maatschappelijke uitgaven. Roken is niet alleen schadelijk voor de gezondheid van rokers. Ook niet-rokers kunnen gezondheidsschade ondervinden als ze tabaksrook inademen. Daarom wil de regering het roken ontmoedigen en voorkomen dat jongeren gaan roken. Daarnaast wil zij de niet-roker nog beter beschermen tegen schadelijke gevolgen van het inademen van tabaksrook. De gewijzigde Tabakswet levert hieraan een belangrijke bijdrage.”

    In instellingen die door de overheid gefinancierd worden, zoals ziekenhuizen, jeugdhonken, bibliotheken, scholen en verpleeghuizen mag niet worden gerookt op plekken die zijn bedoeld voor gemeenschappelijk gebruik of die voor publiek toegankelijk zijn. Bijvoorbeeld wachtruimten, hallen, gangen, leslokalen, vergaderzalen en kantines. Ook de clubgebouwen van buurt- en speeltuinverenigingen vallen hieronder! Een uitzondering kan worden gemaakt voor gebouwen met twee of meer kantines of recreatieruimten. In dat geval mag in de kleinste ruimte worden gerookt. Het is overigens niet verplicht om een rookruimte te maken. Instellingen die het rookverbod niet handhaven kunnen een boete krijgen van € 300 voor de eerste overtreding tot € 2.400 bij herhaling.

    Kenbaar maken van het rookverbod

    De Tabakswet bepaalt dat het rookverbod moet worden aangeduid met de goed leesbare tekst ‘roken verboden’ of met een andere eenvoudig te begrijpen aanduiding. De borden met ‘roken verboden’ moeten in de betreffende ruimten duidelijk zichtbaar zijn. Voor de duidelijkheid is het goed om bij de ingang aan te geven dat in het gebouw /ruimte een rookverbod geldt.

    Controle

    De Voedsel en Waren Autoriteit (voorheen Keuringsdienst van Waren) is belast met het toezicht op de naleving van de Tabakswet. De dienst heeft de beschikking over controleurs die hier speciaal voor zijn opgeleid. Wordt de wet overtreden, dan maken de controleurs er een rapport van op. Vervolgens bepaalt het Bureau bestuurlijke boetes van de Voedsel en Waren Autoriteit namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de hoogte van de boete. De overtreder ontvangt een kopie van het rapport. De beheerder van het gebouw of de instelling is verantwoordelijk voor het instellen, aangeven en handhaven van het rookverbod. De controleur, die toeziet op de naleving van de Tabakswet, kan de beheerder hier op aanspreken.

    Gewijzigde wetgeving per 1 januari 2004

    De laatste wijzigingen in de wetgeving hebben vooral betrekking op de mensen die op de speeltuinen werken. Op 1 januari 2004 is het recht op een rookvrije werkplek in werking getreden. De Tabakswet verplicht werkgevers om ervoor te zorgen dat werknemers kunnen werken zonder hinder of overlast te ondervinden van tabaksrook.

    Dit betekent in de praktijk dat in speeltuingebouwen, waar personeel werkzaam is, niet meer binnen gerookt mag worden. Het personeel mag alleen nog maar buiten roken of er moet een speciale, aparte rookruimte zijn.

    Lastig

    De Tabakswet is lastig uitvoerbaar voor de meeste speeltuinorganisaties. Immers, het welslagen van de activiteiten die voor volwassenen georganiseerd worden, is zeer afhankelijk van het gezelligheidsgehalte. En velen zien het roken van een sigaretje als een onlosmakelijk voorwaarde voor de ‘gezelligheidsfactor’. Wat er met de klaverjasactiviteiten en bingoavonden zal gebeuren als het rookverbod stringent wordt gehandhaafd (en dat zal uiteindelijk toch moeten om torenhoge boetes te voorkomen) kun je je afvragen.

    Toch zien wij die toekomst niet al te donker in. Het speeltuinwerk heeft altijd weer oplossingen weten te vinden om dit soort situaties op te lossen. Er zal wel een cultuuromslag nodig zijn in het denken over roken. Dat het ‘not done’ is om in het gezelschap van anderen in clubgebouwen te roken, zal - na een zekere gewenningsperiode - algemeen aanvaard worden als men dit verbod ook daadwerkelijk toepast in alle gebouwen die het betreft. Want dan geldt het ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ -principe.

    Hoe dan ook: rokers zullen zich bij deze wet neer moeten leggen of thuis moeten blijven. Wij verwachten dat de meesten dat laatste niet zullen doen. Trouwens, degenen die nu wegbleven omdat de rook hen teveel werd, zullen mogelijk weer enthousiast gaan deelnemen aan de rookvrije activiteiten.

    Handhaven van het rookverbod

    Het handhaven van het rookverbod is een taak van de beheerder van het betreffende gebouw. Dat wil zeggen dat hij of zij ervoor verantwoordelijk is dat er, waar dat niet mag, niet gerookt wordt. Indien rokers het rookverbod blijven negeren in het openbare gebouw kan de beheerder maatregelen nemen. Een rokende bezoeker kan worden verzocht zijn gedrag te veranderen of het gebouw te verlaten, omdat hij een overheidsmaatregel overtreedt. Wie zich verzet tegen de opdracht om het gebouw te verlaten kan zich schuldig maken aan lokaalvredebreuk. Dat is een strafbaar feit dat bij de politie kan worden aangegeven en waarover de stafrechter uiteindelijk beslist.

    Tenslotte

    De Tabakswet is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar: het is verboden te roken in de clubgebouwen van de organisaties voor het buurt- en speeltuinwerk . Dat is al zo sinds 1990, maar het werd in onze werksoort nergens daadwerkelijk toegepast.

    Doch de primaire doelgroep van het speeltuinwerk zijn toch de kinderen.

    Dus ‘als je niet buiten roken kan….rook dan buiten’